Artikel: Op weg naar realtime omgevingsbeleid

Auteurs: Arjen Hof (Civity) en Katja Zweerus (Future City Foundation)

Steeds meer overheden gebruiken data voor het ontwikkelen en evalueren van hun beleid. Hoe ze aan geschikte, kwalitatief goede data moeten komen, is een uitdaging. Laat staan dat duidelijk is hoe ze deze data op een juiste manier kunnen gebruiken. De komst van de Omgevingswet in 2021 is een belangrijke katalysator om de omgang met data gestructureerd op te pakken. Het uitgangspunt van een gelijke informatiepositie voor alle betrokkenen is een van de centrale pijlers van de Omgevingswet. De impact hiervan kan niet worden onderschat.

De provincie Zuid-Holland ontwikkelt samen met Civity een handleiding bedoeld voor mensen die met beleidsvorming te maken hebben. Het is belangrijk dat beleidsmedewerkers weten hoe ze data kunnen gebruiken bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van omgevingsbeleid.

De handleiding bevat verschillende bouwstenen die elk ingaan op een aspect rondom de meetbaarheid, controleerbaarheid en monitoring van data. Zij beschrijft de onderdelen en stappen die samenhangen met een beter gebruik van data voor het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. De handleiding is een levend document en iedereen kan input en feedback geven.

De directe aanleiding is het omgevingsplan van de provincie Zuid-Holland, waarin een groot aantal ambities zijn beschreven die moeten leiden tot een hogere kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Bij het maken van dit plan is rekening gehouden met een groot aantal factoren, die deels voorspelbaar, deels onvoorspelbaar zijn. Een belangrijke opgave is hoe de ambities meetbaar, controleerbaar en evalueerbaar gemaakt kunnen worden. Data kunnen daarbij een nuttig hulpmiddel zijn en de handleiding biedt daarbij ondersteuning.

Meetbaar

Een van de ambities van de provincie Zuid-Holland is getiteld ‘een klimaatbestendige delta’. Dit thema is gebruikt voor een opzet die het mogelijk maakt om op gestructureerde wijze data te gebruiken om de voortgang op het beleidsthema meetbaar te maken. De hoofdambitie is opgesplitst in deelonderwerpen, zoals bodemdaling, hittestress en wateroverlast. Bij elk van deze deelonderwerpen is aangegeven welke databronnen beschikbaar zijn om het onderwerp meetbaar te maken. Het schema illustreert dit, als concept.

Beleidsthema onderverdelen in deelonderwerpen en vervolgens bepalen welke databronnen beschikbaar zijn om het onderwerp meetbaar te maken.

Wanneer voor elk onderwerp een dergelijke flow wordt beschreven, wordt inzichtelijk gemaakt of en hoe beleidsthema’s uiteindelijk meetbaar gemaakt worden met data.

Om ambities meetbaar te maken, zijn heldere indicatoren noodzakelijk. Kritieke prestatie-indicatoren, afgekort KPI’s, helpen om te beoordelen of een organisatie op koers ligt ten opzichte van haar ambities en doelstellingen. Om bruikbaar te zijn, moeten deze indicatoren tenminste onderstaande vragen duidelijk beantwoorden:

  1. Wat De conditie, het gedrag of de karakteristiek die gemeten wordt.
  2. Wie Op wie richt de indicator zich?
  3. Hoeveel Formuleer de omvang van de verandering
  4. Waar Op welk gebied heeft de indicator betrekking?
  5. Wanneer Op welke tijdsperiode heeft de indicator betrekking?

Als de ambities zijn uitgewerkt in thema’s, de bijbehorende databronnen inzichtelijk zijn en de indicatoren zijn benoemd, is een belangrijke basis gelegd voor meetbaar beleid.

Controleerbaar

Er zijn zeer veel data beschikbaar. De inhoud, kwaliteit, relevantie of bruikbaarheid van data zijn op voorhand niet altijd duidelijk. Wanneer zijn de data voor het laatst ververst, zijn de gegevens compleet, wie is de eigenaar, hoe zijn de gegevens verzameld en ontsloten? Zonder deze informatie over de informatie (metadata) is de waarde van data moeilijk te controleren.

Datacatalogus

Een interne datacatalogus is een handig hulpmiddel voor organisaties om deze metadata te beschrijven. Naast de hierboven genoemde aspecten helpt zo’n catalogus bijvoorbeeld om inzicht te geven in de informatieproducten (dashboards, visualisaties, kaarten) waarin databronnen zijn gebruikt en de definities die worden gehanteerd. Het komt nog regelmatig voor dat organisaties verschillende definities hanteren voor een term in hun dataset. Wanneer die door elkaar gebruikt worden, kan dat tot verkeerde conclusies leiden.

Als de kwaliteit van de (meta)data op orde is, wordt de controleerbaarheid van indicatoren en maatregelen eenvoudiger. In het Digitaal Stelsel Omgevingswet wordt de kwaliteit van datasets bijvoorbeeld beoordeeld op een aantal kenmerken, de 3 B´s:

  • Beschikbaarheid
  • Bruikbaarheid
  • Bestendigheid

Waardering van datasets is een van de manieren om snel inzicht te geven in de kwaliteit. Standaarden, voor datamodellen, meeteenheden, termen en ontsluiting van data, zijn minstens zo belangrijk.

Aangezien in veel gevallen conclusies zullen worden getrokken op basis van een combinatie van databronnen, is het van belang dat duidelijk is welke individuele datasets zijn gebruikt in een model, simulatie of analyse. Kortom, het gehele proces moet controleerbaar zijn.

Evalueerbaar

De wereld staat niet stil. Voortdurend zullen nieuwe technologieën, datastromen en inzichten beschikbaar komen. Uitvoeringsmaatregelen zullen bijstelling behoeven om de ambities en doelstellingen te halen. Juist daarom is het belangrijk dat acties meetbaar en controleerbaar zijn. Een mooi voorbeeld is het Snuffelfiets-project in de provincie Utrecht. Samen met burgers wordt met relatief goedkope sensoren de luchtkwaliteit en fietsroutes in de provincie Utrecht in beeld gebracht. Alle ruwe data worden gevalideerd ten opzichte van het officiële meetnet van RIVM. Deze data zijn voor iedereen beschikbaar en helpen daarmee om maatregelen te toetsen en betere indicatoren te formuleren om beleidsambities kunnen monitoren.


Provincie Zuid-Holland: realtime omgevingsbeleid

De provincie Zuid-Holland heeft inmiddels datagesteund beleid, ook wel realtime omgevingsbeleid. Ze wil de meetbaarheid, controleerbaarheid en monitoring van haar doelstellingen met betrekking tot de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren met behulp van data.

Voorbeeld: De gemeente Den Haag heeft de stap gezet naar een interne datacatalogus. Hierin zijn aanwezige bronnen, gebruikte definities en gelinkte producten inzichtelijk gemaakt. Ook is duidelijk wie de eigenaar van een bron is en wat de kwaliteit is. Om gebruikte data te kunnen controleren, kent de datacatalogus de mogelijkheid om aan te geven welke definitie gebruikt is bij een bepaald product. Datacatalogus is volledig gebaseerd op de open source software (via internet voor iedereen toegankelijke software).


Dit artikel is gepubliceerd in het boek “Een slimme stad, zo doe je dat”. Het boek laat zien wat er verandert, maar beschrijft ook hoe we daarmee aan de slag kunnen en welke voorbeelden daarvan al bestaan in Nederland. Je kunt dit boek (met ruim 200 pagina’s) aanvragen via Future City Foundation. Digitaal lezen is gratis.

footer anchor