Vijf vragen aan: Ton Mol van Drechtsteden

Ton Mol is Beleidsmedewerker I&A voor de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Binnen de Drechtsteden werken zeven gemeenten vernieuwend en effectief samen. Namens de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht publiceert Ton Mol open data op Dataplatform. Hakan Akdoğan (Alliance Manager van Civity) stelde hem vijf vragen over de betrokkenheid van Ton en de Drechtsteden bij Dataplatform.

Je bent zelf Beleidsmedewerker I&A voor de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Wat houden jouw werkzaamheden in?

Binnen de Drechtsteden, een samenwerking tussen zeven gemeenten, bestaat behoefte aan kaders en beleid voor informatisering en automatisering. Deze zijn richtinggevend voor hoe de Drechtsteden met informatisering en automatisering omgaan. Het werk is erg divers. De laatste tijd heb ik me beziggehouden met de inrichting van informatiemanagement, aanpak van I&A-projecten, gegevensmanagement, waaronder open data en Smart City, voorbereiding op landelijke wetgeving zoals bijvoorbeeld de omgevingswet. Soms worden nieuwe technieken uitgeprobeerd om te bepalen of het meerwaarde oplevert. Een pilot kan leiden tot nieuw beleid of een besluit (voorlopig) niet verder mee te gaan met deze technieken.

Welke data-ontwikkelingen (zoals sensordata en data-analyses) kunnen de komende jaren een belangrijke rol spelen voor de Drechtsteden?

Zoals bij de meeste steden leeft IoT ook in de Drechtsteden. Of en hoe dit tot brede invoering gaat leiden weten we nog niet, de verwachtingen zijn groot, maar er zijn ook remmende factoren, zoals aantasting van de privacy, cybercrime, effecten van straling door het draadloos transport van data, de wenselijkheid gestuurd te worden door algoritmes en de twijfels aan de intelligentie van algoritmes. Ook de kwaliteit van de data, waaronder onze eigen procesgegevens, vraagt nog aandacht. Die kwaliteit moet wel op orde zijn voordat er goede analyses mee gemaakt kunnen worden.

Vaak wordt er de volgende tweedeling gemaakt: Vraaggestuurd data publiceren versus aanbodgericht open data beschikbaar stellen. Wat is jouw visie hierin?

Je hoeft geen keuze te maken, een mix van beide benaderingen is goed. Je weet nooit wat een creatieve geest voor toepassingen met je data bedenkt, dus begin gewoon aanbodgericht. Als je als organisatie goed weet om te gaan met het publiceren van (aanbodgerichte) data kan je ook snel reageren als er een vraag is naar data die je nog niet publiceert. Het beantwoorden van die vraag hoort dan wel voorrang te krijgen. Er staat bij wijze van spreken iemand te wachten iets met die data te gaan doen.  

Je bent betrokken bij de community en doorontwikkeling van Dataplatform. Hoe lever jij een bijdrage aan deze community en aan dit proces?

Het is wel schipperen met mijn tijd, maar ik probeer digitaal mee te doen met discussies, het beantwoorden van vragen enz. Gedoseerd ook bijeenkomsten bij te wonen die op zijn tijd toch wel nodig zijn. Ik probeer in die contacten de belangen van de Drechtsteden te behartigen en ervaringen te delen met andere betrokkenen.

Wie moeten wij volgens jou de volgende keer aan de tand voelen met “Vijf Vragen Aan” en waarom?

OASC (Open & Agile Smart Cities) heeft recent een andere juridische status gekregen. Het is een Belgische rechtsvorm “vereniging zonder winstoogmerk” geworden. Er wordt inbreng van de landenorganisaties verwacht. In het geval van Nederland is Amersfoort in de persoon van Tom Willebrandts de landencoördinator. Ik ben benieuwd hoe Tom tegen deze ontwikkeling aankijkt en welke toekomst hij voor OASC in Nederland ziet.

Regelmatig stellen wij 5 vragen aan mensen die mede vormgeven aan slimme steden met behulp van data, beleid en techniek. Ton Mol nomineerde Tom Willebrandts.

footer anchor